(1788-1857), romantisch dichter; zie Romantiek. Verrukt over de schoonheid van de natuur bezong hij bijzonder innig vooral het Duitse woud en vol levensvreugde zong hij over de trektocht.
Daarnaast schreef hij vele tere liefdesliedjes en vrome gedichten. Vele van zijn talrijke, uiterst muzikale liederen zijn tot volksliederen geworden. Van zijn novellen geniet vooral bekendheid: „Aus dem Leben eines Taugenichts” (Uit het leven van een deugniet), waarin hij het romantische zwerversleven verheerlijkt.