behoren tot de aaskevers, die in talrijke soorten de gehele aarde bevolken. Het zijn bladsprietige kevers. In ons land komen acht soorten voor; zes oranje met zwarte en twee zwarte.
Een onderzoeker heeft opgemerkt dat een mannetje en een wijfje gezamenlijk de lijken van kleine gewervelde dieren als voedsel voor de larven in de grond begraven en daarvoor een gladwandige, bijna bolronde holte maken. Dan legt het wijfje haar eieren in afzonderlijke, kleine nevenruimten en gaat voor het broed zorgen. Wanneer de kaken der larven na een vervelling te week zijn om hun werk te doen, voedt de moeder hen met vloeibare kost. Het wijfje staakt haar zorgen wanneer de larven volwassen zijn en in de grond poppewiegen voor zichzelf gaan maken