1. in het Oude Rome tot ca. 425 y. Chr. de indeling van de burgers (curia), een soort stamverband;
2. in de Katholieke Kerk verstaat men onder de Romeinse Curie de bureaus, instituten en rechtbank die namens de paus, de aangelegenheden van de hele Kerk behartigen. Hun volmachten werden in de loop der jaren zeer uitgebreid. Er bestaan vaste plannen om de invloed en werkmethode van de curie te veranderen. Onder bisschoppelijke curie verstaat men de naaste medewerkers van de bisschop in zijn bisdom.