1. in het godsdienstige spraakgebruik: een toestand van bijzondere inwerking van de boze geest op een mens, goed te ondescheiden van ziekte;
2. ziekelijke toestand van opwinding, die ook door verdovende middelen kan worden opgewekt. Bij natuurvolken treft men haar aan als een gevolg van opwindende muziek en wilde dansen.