1. eigenschap of kenteken dat bepaalde personen of zaken eigen is: de kromstaf is een attribuut van de bisschop;
2. in de spraakkunst: bijvoeglijke bepaling. Attributief gebruikt heet een bijvoeglijk naamwoord wanneer het als bijvoeglijke bepaling gebruikt wordt (de zwarte hond); predikatief gebruikt heet het wanneer het als naamwoordelijk deel van het gezegde (de hond is zwart) of als bepaling van gesteldheid wordt gebruikt (de hond stak zwart af tegen de heldere hemel).