[1842-1910], broer van de schrijver Henry James. J. groeide op in een atmosfeer van intellectuele discussie en culturele verfijning.
Zijn vader was een man met een zeer onafhankelijke geest. Hij studeerde aanvankelijk voor arts, maar zijn eigenlijke belangstelling ging uit naar filosofie en psychologie. In 1909 gaf hij aan de Columbia Universiteit een lezing, getiteld: 'De Menselijke Energie', die handelde over het geval van een vriend die chronisch depressief en vermoeid was en de yoga te baat had genomen. Na enige maanden van geduchte ademhalingsoefeningen, Asanas, Meditatie en Vasten stootte hij in zichzelf op een diepere laag van wilsenergie en genas van een hersenaandoening waar hij jaren aan geleden had. J. maakte zelf een uitgebreide studie van yoga en stelde een onderzoek in naar de metafysische resultaten van de meditatie. Hij schreef het belangrijke boek 'The Varieties of Religious Experience.'