KEIZER [ca 317-293 v. Chr.] groot keizer, die afstand deed van zijn troon om een Jain-monnik te worden.
Hij vond Zelfrealisatie in een grot te Sravanabelagola, Mysore, nu een schrijn die door duizenden pelgrims wordt bezocht.
Gepubliceerd op 17-08-2020
betekenis & definitie
KEIZER [ca 317-293 v. Chr.] groot keizer, die afstand deed van zijn troon om een Jain-monnik te worden.
Hij vond Zelfrealisatie in een grot te Sravanabelagola, Mysore, nu een schrijn die door duizenden pelgrims wordt bezocht.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: