baron, (Amsterdam 1812 - ’s-Gravenhage 1892) was een bekend beoefenaar der genealogie en heraldiek. In Sept. 1830 ingeschreven als student in de rechten aan de hogeschool te Utrecht, nam hij in het laatst van dat jaar met het vrijwillige jagerkorps dier hogeschool deel aan de Tiendaagse veldtocht.
Weldra zag hij zich geroepen tot de aanzienlijke betrekkingen van referendaris bij de Raad van State, lid van de Hoge Raad van Adel, referendaris bij het departement van Binnenlandse Zaken.Bibl.: Rechtmatigheid van schadevergoeding voor afgeschafte Heerlijke Rechten (1849); De Duitsche Orde of beknopte geschiedenis, indeeling en statuten van de broeders van het D jitsche Huis van St. Marie van Jerusalem (1857); De Ridderschap van de Veluwe of geschiedenis der Veluwsche jonkers (1859); Nederlandsche gemeentewapens (1862); Wapenboek der Ridders van de Duitsche Orde, Balije van Utrecht (1871); De Ridderschappen in het koningrijk der Nederlanden of de geschiedenis, regeling en samenstelling van den stand der Edelen van 1814-1850 (1875); Bannerheeren en Ridderschap van Zutfen van den aanvang der beroerten in de XVIde eeuw tot het jaar 1795 (iste gedeelte, 1877; 2de gedeelte, 1885) en Nederlands Adelsboek of verzameling van adels-erkenningen en inlijvingen, verheffingen en verleeningen van titels in het koningrijk der Nederlanden sedert 1814 (1887).