voorstad van Brussel, ligt aan de Zenne en de kanalen naar Willebroek en Charleroi, in Belgisch Brabant, op licht golvende leembodem (590 ha) en telt (1951) 63.282 inw., deels werkzaam bij de Brusselse haven en industrie. Er is vnl. voedings-, metaal-, leder-, hout-, chemische, kleding-, tabaks- en transportnijverheid.
Voor- en vroeghistorische vondsten. Het dorp wordt vermeld sedert 985. In de 13de eeuw werden er het klooster van Jericho en het begijnhof opgericht. In de 17de eeuw en in 1745 had het erg te lijden van de oorlogen rond Brussel. Het werd zelfstandig in 1794 en bloeide op in het Hollands tijdvak (4140 inw. in 1830). Oud kasteel Karreveld. St-Remigiuskerk (1910).