Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SIEYÈS, emanuel joseph

betekenis & definitie

(eigenlijk: Sieys), graaf (sinds 1809), Frans politicus (Fréjus 3 Mei 1748 - Parijs 20 Juni 1836), was in 1775 kanunnik te Tréguier geworden, vandaar: de abbé Sieys, en werd in 1789 als afgevaardigde van de Derde Stand te Parijs in de Staten Generaal gekozen. Tijdens de verkiezingen daarvoor had hij furore gemaakt met de bekende brochure Qu’est-ce que le tiers-état? („Wat is de Derde Stand?”), waarop hij het antwoord gaf: „Tout!” (alles, d.w.z. de Natie).

In overeenstemming met dat radicaal-burgerlijke standpunt leidde hij de Franse Revolutie in de eerste maanden. Hij was het, die de Derde Stand overhaalde, zich op 17 Juni 1789 „Nationale Vergadering” te noemen, die de Eed in de Kaatsbaan formuleerde (20 Juni) en die de Constituante na de Koninklijke zitting van 23 Juni aanspoorde om zich niets van de machtspreuken van de regering aan te trekken en door te gaan met haar beraadslagingen (zie Franse Revolutie). Aan de samenstelling van de Mensenrechten nam Sieyès een werkzaam aandeel.Tegenover Robespierre nam hij het op voor de invoering van het beperkte censuskiesrecht, omdat hij vreesde dat de armen („werkmachines”, zoals hij hen noemde) zich bij de uitoefening van hun kiesrecht slechts zouden laten omkopen door de rijken. Sieyès was nl. van oordeel, dat de staat en de maatschappij bestaat uit de optelling van de individuen. Het doel van de staat is de persoonlijke vrijheid zoveel mogelijk te beschermen. Het belang van de maatschappij is, volgens hem, wanneer de meest energieke individuen zich zoveel mogelijk verrijken. In het laatste jaar van de Constituante trad hij wat op de achtergrond. Van de Législative was hij geen lid.

In de Nationale Conventie liet hij zich evenmin gelden: hij stemde er voor de dood van Lodewijk XVI. Na de val van Robespierre werd hij lid van het Comité de Salut Public en sloot als zodanig samen met Rewbell de Vrede van ’s-Gravenhage met de Bataafse Republiek (1795). Hij behoorde toen tegenover Carnot en Barthélemy tot de annexionistische partij. In 1798 was hij gezant te Berlijn.

In Juni 1799 werd hij lid van het Directoire als voorstander van grondwetsherziening met het doel de macht van de republikeinse regering tegenover de steeds koningsgezinder wordende volksvertegenwoordiging te versterken. Dat was ook de reden dat hij samenwerkte met Napoleon Bonaparte voor de staatsgreep van Brumaire (zie Napoleon). Het ontwerp van de staatsregeling van het jaar VIII (1799) is van zijn hand. Zelf had hij Eerste Consul willen worden, maar Napoleon was hem te slim af. Sieyès werd slechts senator. In 1815 als „koningsmoordenaar” verbannen, vluchtte hij en woonde 15 jaar te Brussel. Hij schreef een autobiografie: Notice sur la vie de Sieys (1795; herdruk in het tijdschrift La Révolution Française. 1892).

DR J. S. B ARTSTRA

Lit.: J. Clapham, The abbé S. (1912); O. Brandt, Untersuchungen zu S. (in: Hist. Zeitschr. 1922). Duvivier, L’exil du comte S. à Bruxelles (Malines 1910); Koung Yoch, Théorie constitutionnelle de S. (1934); S. Schaffner, Die Sieyes’chen Entwürfe und die Entstehung der Verfassung des Jahres VIII (Leipzig 1907); P. Bastid, S. et sa pensée (Paris 1939).

< >