Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 20-02-2022

Johannes georgius graevtus

betekenis & definitie

klassiek philoloog en oudheidkundige (Naumburg, in Saksen, 29 Jan 1632 - Utrecht 10 Jan 1703), was, na korte professoraten te Duisburg (1656) en te Deventer (1658), van 1661 tot zijn dood hoogleraar te Utrecht, waar hij een man van grote vermaardheid was. Hij bezorgde talrijke uitgaven van oude auteurs, maar bovendien verzamelde hij, naar de trant der tijden, de geschriften van vroegere geleerden, die hij systematisch ordende en in zekere zin voor ondergang behoedde.

Het zijn deze Thesaurus antiquitatum romanarum (i6gg in 12 dln) en Thesaurus antiquitatum et historiarum Italiae enz., na zijn dood voltooid door P. Burmannus e.a., in het geheel 45 dln (i704-’25), waardoor hij nog steeds bekend is.Lit.: L. Müller, Gesch. d. klass. Philologie i. d. Niederlanden (1869), blz. 45.

< >