Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Johanna (napels)

betekenis & definitie

naam van twee koninginnen van NAPELS (z Anjou, stamboom).

Johanna I

(ca 1326-12 Mei 1382), ook koningin van Provence. Zij stamde uit het huis Anjou I en was de oudste dochter van Karel, hertog van Calabrië, de zoon van Robert, koning van Napels; zij werd aan het Hof van haar grootvader opgevoed, die haar reeds vroeg uithuwelijkte aan haar jeugdige neef prins Andreas van Hongarije. Het huwelijk was ongelukkig. In 1345 werd Andreas in het kasteel Aversa gewurgd. In 1347 huwde zij met haar neef Lodewijk van Tarente. Om aan de wraak van Lodewijk van Hongarije, de broeder van haar eerste gemaal, te ontkomen, vluchtte zij naar Provence.

Avignon stond zij aan paus Clemens VI, die haar absolutie gegeven had, voor 80 000 florijnen af. Dit bedrag was niet voldoende om er een leger voor te huren, dat Napels zou heroveren. Met hulp van paus Innocentius VI gelukte haar dit echter in 1352. Lodewijk van Tarente stierf in 1362; het jaar daarop huwde zij met Jacobus van Aragon, infant van Majorca. Deze trok zich weldra terug en overleed in 1375 in Spanje. Enige maanden na zijn dood huwde zij, voor de vierde maal, met Otto van Brunswijk, die zij met Tarente beleende.

Haar verdere leven is vervuld van een hevige strijd met Karel III van Durazzo, met wie zij reeds lang twist had over Zuid-Italië. Thans werd deze strijd feller, doordat in het kerkelijk schisma Johanna partij koos voor de paus te Avignon, Clemens (VII), waarop diens tegenstander, Urbanus VI, Karel met Napels beleende. Karel kreeg bovendien hulp van Hongarije, maar Johanna ontving steun van Karel V van Frankrijk, wiens broeder, Lodewijk van Anjou, door Johanna, wier beide dochters vroegtijdig gestorven waren, als erfgenaam was aangewezen. Terwijl deze haar te hulp wilde snellen, maakte Karel van Durazzo zich meester van de stad Napels, nam de koningin en haar echtgenoot gevangen en deed haar op het kasteel Muro in Basilicata worgen of onthoofden.

Lit.: W. St Clair Baddeley, Queen Joanna I of Naples, Sicily and Jerusalem (1893); Scarpetta, Giovanna I di Napoli (1903); F. M. Steele, The Beautiful Queen Joanne I of Naples (1910); Rothbart, Urban VI. und Neapel (1913).

Johanna II

(25 Juni 1373 - 2 Febr. 1435), dochter van Karel III van Durazzo, huwde in 1389 met aartshertog Willem, zoon van Leopold III van Oostenrijk, doch keerde na diens dood (1406) naar Napels terug, waar zij een losbandig leven leidde. Na het overlijden van haar broeder Ladislaus (1414) werd zij tot de troon geroepen als Johanna II, en huwde met Jacob van Bourbon, graaf van la Marche. Deze moest reeds in 1417 afstand doen van de koninklijke waardigheid, daartoe gedwongen door de edelen, omdat hij Johanna’s minnaar had doen doden en zichzelf tot koning had laten uitroepen. Hij moest zich met het vorstendom Tarente vergenoegen en overleed in 1438 als Minderbroeder. De condottieri Sforza en Giovanni de Caracciolo waren nu de gunstelingen der koningin, doch beider naijver veroorzaakte weldra nieuwe onlusten. Sforza trad in dienst van Lodewijk III van Anjou aan wie Johanna I het bewind had opgedragen en die aanspraak op Napels maakte.

Hij belegerde de hoofdstad en noodzaakte de koningin tot een schikking. Deze had inmiddels Alfonsus V, koning van Aragon, als erfgenaam aangenomen en hem tevens om bijstand gevraagd. Hij verscheen 7 Juli 1421 te Napels en vernietigde de schikking. Zijn aanmatigend gedrag wekte echter het wantrouwen der koningin. Zij nam de wijk naar Capua, waar hij haar belegerde. Toen Sforza haar ontzette, verklaarde zij de aanspraken van Alfonsus vervallen en nam zij Lodewijk III van Anjou aan als erfgenaam, waarna Sforza de stad Napels voor haar veroverde, maar Alfonsus wist zich in een deel van het rijk staande te houden. Na Lodewijks dood (1434) erfde diens broeder René zijn rechten op Napels.

Lit.: F. Faraglia, Storia della regina Giovanna II d’Angio (1904).

< >