komt in vele oorkonden voor: het eerst in 1200 en het laatst in 1230. Nog in 1212 was hij ministeriaal, maar reeds in 1222 heette hij heer van Amstel en twee jaar later ridder.
Zijn bezittingen waren — uit middeleeuws oogpunt bezien — zeer uitgestrekt. Behalve Amstelland bezat hij o.a. Muiden, Weesp, Diemen en Naardingerland. Toen hij Aleid van Holland in haar strijd tegen graaf Willem steunde, verbrandden de Kennemers zijn hofstede of burcht te Ouderkerk (1204). In de slag bij Ane (1227) tegen Rudolf, kastelein van Koevorden, werd hij ernstig gewond en gevangengenomen. Zijn opvolger was zijn zoon Gijsbrecht III.Lit.: W. A. v. Spaen, Historie der Heeren van Amstel, van IJsselstein en van Muyden; J. C. v. d. Loos, Geschied, van Amstelland, vóór 1300 (1907); H. Brugmans, Een en ander over de oudste geschied, v. Amsterdam, Ja^rb. Amstelodamum, VIII.