(1, geologie) of storing is een term, waarmede wordt aangeduid, dat de normale ligging van aardlagen gestoord is; ook wel de beweging die de abnormale ligging ten gevolge heeft. Tot de dislocaties behoren: verschuivingen, horsten, slenken, flexuren, plooien, dekbladen.
(2, geneeskunde) verplaatsing van beenstukken na een breuk ten opzichte van elkaar. De dislocatie kan het gevolg zijn van het inwerkend geweld bij het ongeval en van de werking der spieren, die aan de beenstukken bevestigd zijn. Soms wordt zij veroorzaakt door ondoelmatige hulpverlening en vervoer van de getroffene (secundaire dislocatie). Men onderscheidt verschillende vormen. De beenstukken kunnen van elkaar verwijderd zijn of naast elkaar liggen. Verder komt het veel voor, dat zij een hoek met elkaar vormen of ten opzichte van elkaar om hun lange as zijn gedraaid.
De dislocatie is door inspectie en palpatie te bepalen. Tegenwoordig beoordeelt men haar het best op grond van Röntgenfoto’s, die men in twee richtingen laat opnemen. Voor het verkrijgen van een goede genezing der beenfracturen is het nodig de dislocatie zo goed mogelijk op te heffen; soms moet daartoe geopereerd worden. Is de dislocatie gecorrigeerd, dan tracht men opnieuw ontstaan er van door fixerende verbanden te voorkomen.
(3, krijgskunde) is het tegenovergestelde van de concentratie. Terwijl laatstgenoemde ten doel heeft krachtsontplooiing tot het gevecht, beoogt de dislocatie het verspreiden ten bate van rust en verpleging. In het spraakgebruik gebruikt men de zegswijze: „dislocatie van troepen” wel voor het overzicht van verspreiding van de troepen over een legeringsgebied.