ook De Schrijver of Scribonius, humanist en neo-Latijns dichter (Aalst 1482 - Antwerpen 19 Dec. 1558), vestigde zich, op zijn laatst in 1520 te Antwerpen, waarvan hij secretaris (a secretis) was. Hij werd een volgeling van Luther en bezorgde de uitgave van Protestantse geschriften (het De libertate christiana en de Fragmenta van J.
Pupper van Goch, 1520-1521). Aangehouden en te Brussel gevangen gezet (5 Febr. 1522), herriep hij voor de Inquisitie-rechtbank zijn meningen (23 Apr. 1522). Zijn goederen werden verbeurd verklaard en hem werd een gedwongen verblijf toegewezen (Brussel, daarna Antwerpen). Na de dood van Petrus Aegidius werd hij (in 1533 ?) benoemd tot griffier der stad Antwerpen.
Hij was een middelmatig, maar zeer productief dichter en schreef o.a een lyrische ontboezeming over zijn gevangenschap (Graphaei captivi ad Deum O.M. querimonia in carceris angustia non sine lacrimis effusa).Lit.: Biogr. Nat. V 721-724, met bibl.; S. Cramer en F.
Pijper, Bibl. Reform. Neerland. VI (1910), 4-9, 256-263, 345-347, 593-604; Ellinger, Gesch. d. neulat.
Lyrik i. d. Niederl. (i933) i8sqq.; F. Prins, Inventaris op de „Missiven en Informatiën” XVIe eeuw (Antw. Arch.
Blad, 2de R., IV (1929), 161-217; J. Reitsma-J. Lindeboom, Gesch. van de Hervorming en de Herv. Kerk der Ned. (19495), blz. 10, 30.