meer bekend onder de naam Clot-Bey, Frans hygiënist (Grenoble 7 Nov. 1793 - Marseille 28 Aug. 1868), aan wie Egypte de regeling van zijn geneeskundige dienst verschuldigd is, had een moeilijke jeugd en moest tijdens zijn medische studie de kost verdienen als barbiersknecht. In 1822 vertrok hij naar Egypte, stichtte op verzoek van Mehemed-Ali te Aboe-Zabel een geneeskundige school, waaraan hij zich belastte met het onderwijs in de heelkunde, voorts een Franse school, een school voor artsenijbereidkunde, een veeartsenijschool en een school voor vroedvrouwen.
Hij bestreed er de cholera en de pest en publiceerde vele interessante waarnemingen. De onderkoning benoemde hem tot bey, en in 1832 reisde Clot met een twaalftal van zijn beste leerlingen naar Parijs, opdat zij aldaar hun studiën zouden voltooien, bezocht in 1833 Londen en begaf zich vervolgens naar Alexandrie, om er de geneeskundige dienst op de vloot te regelen. In 1836 werd hij geplaatst bij de generale staf en benoemd tot chef van de gehele geneeskundige dienst, waarna hij zich te Cairo vestigde en ook de scholen derwaarts verplaatste. Na de dood van Mehemed-Ali (1849) begaf hij zich met een pensioen van 16 000 francs naar Marseille en stond in 1852 zijn kostbare Egyptische verzameling af aan de Staat.Bibl.: De la peste observée en Egypte (1840); Aperçu général sur l’Egypte (2 dln, 1840) ; Coup d’œil sur la peste et les quarantaines (1851); Méhémet-Ali, vice-roi d’Egypte (1862); De l’ophthalmie, du trichiasis, de l’entropion et de la cataracte, observés en Egypte (1864).