noemde zich ook (Félix André) Yves Scantrel, doch heette in werkelijkheid Isaac Félix Suares, Frans schrijver (Marseille 12 Juni 1868 - La Varenne-St Hilaire, gem. St-Maur-des-Fossés, Seine 7 Sept. 1948), zoon van Joodse ouders, vond op de Ecole Normale Supérieure in zijn medeleerling R.
Rolland’ een geestverwant door beider liefde voor de muziek, bewondering voor Shakespeare en hun heldencultus.Hij trachtte een synthese te vinden van de Griekse filosofie, het mysticisme van de Hindoes en het gepassionneerde Christendom, waarbij nog Russische en Chinese invloeden zich deden gelden. Zijn geëxalteerde stijl vermoeide echter spoedig of wekte tegenstand, waardoor Suarès tot kort voor zijn dood een miskend en onderschat schrijver is gebleven (Grand prix de Ia Ville de Paris 1947). Het meest bekend werden nog zijn essays over Italië, Voyage du Condottiere (1910) en zijn studies Tolstoi vivant (1911) of Trois Hommes : Pascal, Ibsen, Dostoïevski (1912).
Bibl.: Gedichten: Images de la Grandeur (igoi); Rêves de l’Ombre (1937). Toneel: Achille Vengeur; Cressida (1914); Les Bourdons sont en fleurs (1918). Essays: Le Livre de l’Emeraude (1901); Sur la Mort de mon frère (1904); Bouclier du Zodiaque (1907) ; Sur la Vie (1909-1912, 3 vol.) ; De Napoléon (1912) : Chronique de Caërdal (1912-1913, 2 vol., bundeling van de critieken uit de N. R. F.) ; Idées et Visions (1913) ; Essais (1914) ; Remarques (1917) ; Idées et Visions (1925] ; Goethe, le grand Européen (1932) ; Valeurs (1936); Trois grands vivants (1937); Vues sur l’Europe (939)» A. S. et Paul Claudel: Corr. 1904-1938.
Lit.: E. R. Curtius, Die lit. Wegbereiter d. neuenFrankreichs (Potsdam 1918, 19233); B. Hehnke, A. S. als Denker u. Künstler, diss. Jena (Goburg 1933); R. Rolland, Le Cloître de la Rue d’Ulm (Cahiers R.R. no 4, 1952); M. Maurin, in: Preuves, II (Aug./Sept. 1952).