Belgisch scheikundige (St Niklaas 6 Mei 1854 - 25 Nov. 1938), studeerde aan de Universi teken te Gent, te Wiesbaden bij Fresenius en te Bonn bij Kekulé. In 1879 werd hij te Gent doctor in de natuurwetenschappen.
De Universiteit te Brussel benoemde hem in 1894 tot hoogleraar in de physico-chemie, maar reeds in 1906 trok hij zich terug in zijn privé-laboratorium te St Niklaas.Zijn studieveld was veelzijdig: de ammoniakverbindingen van de zilverzouten, de fotochemie, de industriële bereiding van het chloor, de zuivering van het acetyleen, de sterilisatie van het water met chloorperoxyde, de omzetting van het oleïnezuur tot stearinezuur, terpeenproducten, derivaten van formaldehyde, verzepingseigenschappen van zekere organische stoffen, eigenschappen van oplossingen en van colloïdale stelsels. Zijn boek Les théories physico chimiques, eerst in 1897 verschenen, blijkt ook het eerste geweest te zijn op dat bijzonder gebied; het kende 3 uitgaven en vertalingen in het Engels, Tsjechisch, Russisch en Duits.
PROF. DR A. J. J. VAN DE VELDE
Lit.: H. Wuyts, A. R. (Univ. Brussel 1940).