Vermoedens zijn gevolgtrekkingen, die de wet of de regter uit een bekend tot onbekend feit opmaakt. Zp zijn van tweeërlei aard, namelijk wettelijke en zoodanige, welke niet op de wet zelve zijn gegrond. Wettelijke vermoedens zijn zoodanige, welke krachtens eene bijzondere wetsbepaling met zekere handelingen of daadzaken verbonden zijn (art. 1953 Burgerlijk Wetboek), zooals: handelingen, welke de wet nietig verklaart, omdat zij door haren aard en hare hoedanigheid alleen ondersteld kunnen worden, gepleegd te zijn om eene wetsbepaling te ontduiken, — gevallen, waarin de wet verklaart dat de eigendom of de bevrijding van schuld uit bepaalde omstandigheden wordt afgeleid, — het gezag, dat de wet aan een regterlijk gewijsde toekent, — en de kracht, door de wet verleend aan de bekentenis van ééne der partijen of aan den door haar afgelegden eed. Een wettelijk vermoeden ontslaat dengene, in wiens voordeel het bestaat, van alle verdere bewijzen.
Geen bewijs wordt tegen een wettelijk vermoeden toegelaten, ingeval de wet, op grond van dit vermoeden, zekere bepaalde handelingen nietig verklaart of den regtsingang weigert, tenzij de wet zelve het tegensbewijs mogt hebben vrijgelaten, en onverminderd het bepaalde omtrent den geregtelijken eed en de geregtelijke bekentenis. Vermoedens, niet op de wet zelve gegrond, worden overgelaten aan het oordeel van den regter, die echter op geene andere letten mag dan zoodanige, welke gewigtig, naauwkeurig bepaald en met elkander in overeenstemming zijn. Zij komen slechts in aanmerking in gevallen, waarin de wet het getuigenbewijs toelaat, alsmede wanneer, wegens kwade trouw of bedrog, tegen eene handeling of acte wordt opgekomen. In het strafregt geldt als stellige bepaling, dat niemand op bloote vermoedens mag veroordeeld worden (art. 427 van het Wetboek van Strafvordering), hoewel ook daar aanwijzingen als wettig bewijsmiddel zijn toegelaten. Deze aanwijzigingen zijn echter geene vermoedens, maar feiten, gebeurtenissen of omstandigheden, wier bestaan en overeenstemming, zoo onderling als met het misdrijf, duidelijk aantoonen, dat er misdrijf gepleegd is en wie het bedreven heeft.