Veendam, een aanzienlijk dorp in de Nederlandsche provincie Groningen, behoort tot de Veenkoloniën (zie aldaar), ligt aan twee evenwijdig loopende kanalen, telt ruim 10000 zielen en grenst onmiddellijk aan Wildervank, dat eene bevolking van omstreeks 8000 zielen bezit. Dit dorp verrees in het midden der 17de eeuw op een woesten veengrond, die allengs weggegraven en door vruchtbaar bouwland vervangen werd. Men heeft te Veendam 9 openbare scholen van lager onderwijs en ééne bijzondere school, eene school voor meer uitgebreid lager onderwijs voor jongens en eene voor meisjes, eene hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus, eene school voor landbouw en nijverheid, eene normaalschool en sedert eene reeks van jaren eene Latijnsche school, die den 1sten October 1880 wordt opgeheven. Voorts heeft men er eene Hervormde, Christelijk Hervormde, R. Katholieke en Doopsgezinde kerk en eene Israëlietische synagoge.
De scheepvaart, vroeger aldaar een belangrijk middel van bestaan, is er thans in een kwijnenden toestand. Daarentegen bloeijen er de landbouw, de handel en vooral de fabrieknijverheid; men heeft er onderscheidene aardappelmeel- en aardappelstroopfabrieken, steen- en pannefabrieken, houtzaagmolens, eene steennootknoopenfabriek enz. Dit dorp is door middel van een tramway met het spoorwegstation Zuidbroek verbonden. Eindelijk heeft men er een nieuw gemeentehuis, een flink post- en telegraafkantoor, eene bloeijende vereeniging Industriae Sacrum,eene landbouwvereeniging, eene Kamer van Koophandel (met Wildervank), enz. Er verschijnt eene Oude en ook eene Nieuwe Veendammer Courant, welke laatste echter te Wildervank wordt gedrukt.