Sheridan. Onder dezen naam vermelden wij:
Richard Brinsley Sheridan, een Engelsch dichter en redenaar, geboren te Dublin den 30sen September 1751 en den zoon van Thomas Sheridan, bekend als tooneelspeler en als vervaardiger van een Engelsch woordenboek. Richard studeerde te Middle Temple in de regten, maar vond in zijn huwelijk met miss Linley, eene gevierde tooneelkunstenares, die echter na haar trouwen de planken niet weder betrad, aanleiding om voor het tooneel te schrijven. Zijn eerste blijspel: „The rivals” vond weinig bijval, maar zijne comische opera: „The duenna” werd 75-maal achtereen opgevoerd en bezorgde hem grooten roem. Nadat hij met twee anderen het bestuur van den Drurylane-schouwburg gekocht had, schreef hij in 1777 het blijspel: „A trip to Scarborough” en „The school for scandal”, een der beste blijspelen van den nieuweren tijd. Ook zijn drama met muziek: „The camp” werd toegejuicht. In 1780 werd hij lid van het Parlement, behoorde tot de oppositiepartij van Fox en werd onder het bewind van laatstgenoemde onderstaatssecretaris en daarna secretaris der schatkamer.
Toen Pitt aan het roer kwam, voegde hij zich weder bij de oppositie. Zijne meest vermaarde redevoeringen waren de „Begum speeches” tijdens het procés van Warren Hastings, den oud gouverneur-generaal van Oost-Indië, wegens de ongeregtigheden, waaraan deze zich had schuldig gemaakt met betrekking tot de Vorstinnen (Begums) van Audh. Ook zijne redevoering over de „Perfumery-bill” van Pitt maakte een diepen indruk. Na het overlijden van Pitt bekleedde hij weder aanzienlijke staatsambten en stierf den 7den Julij 1816, waarna zijn stoffelijk overschot in de Westminster-abdij werd ter aarde besteld. Zijne dramatische werken zijn in 1822 en 1875, zijne redevoeringen in 1816 en 1842 in het licht verschenen.
Philip Henry Sheridan, een Noord-Amerikaansch generaal, geboren den 6den Maart 1833 te Somerset in Ohio. Hij bezocht de militaire académie te Westpoint, werd in 1853 luitenant, in 1862 generaal der vrijwilligers en kommandant van de llde divisie der armee van Ohio, onderscheidde zich in 1863 bij Chattanooga en Chivamanga, werd in 1864 bevelhebber van een kavalleriekorps in de armee van de Potomac, daarna van de armee van de Shenandoah en kort daarop generaal-majoor der geregelde troepen. Hij zegepraalde op generaal Earley aan de Opequan, alsmede bij Fishers Hill in het Shenandoahdal, trok later op eene meesterlijke wijze terug, bragt aan zijne vervolgers meer dan ééne nederlaag toe en kwam den 18den Maart 1865 te Whitehouse aan de Pamunckey. Kort daarna vereenigde hij zich met de belegerings-armee van Grant vóór Petersburg en hielp deze plaats en de positie van Five Forks veroveren. Daarop drong hij generaal Lee over de Appomatox terug en belette hem, zich van den spoorweg meester te maken. Na den oorlog was hij werkzaam als kommandant van het Golf-departement en daarna van het 5de district (Texas en Louisiana). Johnson was ontevreden over zijn bestuur en verplaatste hem naar Missouri, doch in 1869 werd hij in plaats van Sherman bevelhebber der westelijke en zuidwestelijke divisiën met den rang van luitenant-generaal.