Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Schlözer

betekenis & definitie

Schlözer (August Ludwig von), een verdienstelijk Duitsch publicist en geschiedvorscher, geboren den 5denJulij 1735 te Gaggstedt in het land van Hohenlohe-Kirchberg, studeerde te Göttingen en te Wittenberg in de theologie, vertrok in 1755 als huisonderwijzer naar Stokholm en vervolgens naar Upsala en keerde in 1759 naar Göttingen terug. Toen hij zich vervolgens in dezelfde betrekking te Petersburg bevond, legde hij zich toe op het Russisch, las er de oude en middeneeuwsche kronieken en werd er weldra adjunct bij de académie en gewoon hoogleeraar in de Russische geschiedenis. In 1769 ging hij als hoogleeraar naar Göttingen en volbragt wetenschappelijke reizen naar Frankrijk en Italië. In 1804 zag hij zich door den Keizer van Rusland in den adelstand opgenomen, werd emeritus, en overleed den 9den September 1809.

Van zijne geschriften vermelden wij: „Versuch einer allgemeine Geschichte des Handels und der Schiffahrt (1861)”, — „Allgemeine nordische Geschichte (1772)”. — en „Uebersetzungen des russischen Chronisten Nestor bis zum Jahr 980 (1802—1806, 5 dln)”. Voorts oefende hij grooten invloed op de openbare meening door zijn „Briefwechsel (1776—1782, 10 dln)”, — door zijne „Staatsanzeigen (1783— 1793, 18 dln)”, — en door zijne „Vorbereitung zur Weltgeschichte für Kinder (3de druk 1790)”. — „Zijne dochter Dorothea, gehuwd met Rodde, burgemeester van Lübeck, was beroemd door hare geleerdheid, verkreeg in 1787 de doctorale waardigheid en overleed te Avignon den 12den Junij 1825. Haar broeder Christian, eerst hoogleeraar aan de universiteit te Moskou, daarna buitengewoon hoogleeraar aan die te Bonn, schreef: „Anfangsgründe der Staatswirtschaft (1804—1806 , 2 dln)”, en overleed te Lübeck in 1831. Een kleinzoon van August Ludwig, die den naam draagt van Kurd von Schloser, werd geboren te Lübeck den 5den Januarij 1822, studeerde te Göttingen, Bonn en Berlijn, schreef: „Les premiers habitants de Ia Russie (1846)”, — „Choiseul und seine Zeit (1849; 2de druk 1857)”, — „Livland und die Anfänge deutschen Lebens im baltischen Norden (1850)”, — „Die Hansa und die deutsche Ritterorden in den Ostseeländern (1851)”, — „Verfall und Untergang der Hansa (1853)”, — „Friedrich der Grosze und Katharina II (1859)”, — „Die Familie von Meyern (1855)” enz. Hij was achtervolgens gevolmagtigde te Rome en minister-resident van den Noordduitschen Bond te Mexico, en werd in 1871 ambassadeur van het Duitsche Rijk te Washington.

< >