Pyaemie (etterhoudende toestand van het bloed) is de naam van eene spoedig afloopende, koortsige algemeene ziekte, die gewoonlijk met den dood eindigt. Zij ontstaat niet zelden na zware verwondingen en vertoont zich nadat reeds ettervorming op deze of gene plaats des ligchaams is voorafgegaan.
Te voren meende men, dat alsdan etter in het bloed werd opgenomen, maar deze voorstelling is ten eenemalen onjuist. Bij pyaemie gaat geen etter in het bloed over, en wanneer men etter in het bloed overbrengt ontstaat geene pyaemie. Bij nader onderzoek is gebleken, dat bij verwondingen eene stolling van het bloed plaats heeft in de derwaarts loopende of vandaar komende vaten. Ontstaat nu door de bedorven lucht in de hospitalen of door een onzuiver verband eene verontreiniging der wond, dan wordt ook het gestolde bloed van de bedorven vochtdeelen doortrokken, zoodat het zich ontbindt en, in den bloedsomloop gerakend, door dezen wordt voortgesleept naar de regter hartkamer en vervolgens naar de longslagader.
De kleine stukken stremsel worden er in de fijnste vertakkingen ingeklemd en blijven er liggen of geraken, zoo zij fijn genoeg zijn om de haarvaten der longen te passéren, door de longaderen in de linker hartkamer en worden vanhier met het slagaderlijk bloed naar alle deelen des ligchaams gevoerd. Op de plek, waar zij eindelijk blijven, veroorzaken zij tengevolge van hun prikkelenden aard eene hevige ontsteking, die in eene weefselverwoestende ettervorming overgaat. Daardoor ontstaan in verschillende ligchaamsdeelen abscessen of etterholen, die met den naam van metastatische abscessen worden bestempeld, omdat de oorzaak daarvan in een ander ligchaamsdeel en niet in de plaats zelve gelegen is. Tevens ontstaat door die stukjes geronnen bloed eene verandering en ontbinding van het bloed.
De lijder gevoelt zich ziek: hij heeft geen eetlust, maar walging; hij is slapeloos en wordt geteisterd door hevige aanvallen van koortskoude, gevolgd door warmte en zweet. De pols is snel, de aanvallen van koortskoude komen gedurig terug, en zijn geheele voorkomen verandert door vermagering en doodelijke bleekheid van gelaat. Hij heeft pijn op de borst of in de zijde, loost bloedige of etterachtige fluimen, lijdt aan diarrhé en aan pijn in de leden. Eindelijk vertoonen zich typheuse verschijnselen, ijlhoofdigheid, stuiptrekkingen, dommeligheid en ten laatste de dood.
Er bestaat gevaar voor pyaemie, wanneer eene wonde in plaats van goedaardigen, dikken, op room gelijkenden etter eene waterachtige, bruin of bloedig gekleurde, kwalijkriekende vloeistof afscheidt. Dan verliest ook de wond haar goed voorkomen en wordt met een grijs, vuil bekleedsel overtogen. De granulatie houdt op en de lippen der wond verwijderen zich van elkaâr, eene bleeke, blaauwroode kleur aannemend. Het verloop van pyaemie is verschillend; doorgaans is de afloop doodelijk; doch somtijds ook ontstaat genezing, terwijl de gesteldheid der wond beter wordt.
Tot de gelegenheidsoorzaken van pyaemie behoort vooral bedorvene, door miasmen verontreinigde lucht, welke zich maar al te vaak in hospitalen ontwikkelt, — alsmede verontreiniging der wond door onzuivere instrumenten en onzuiver verband. Het is alzoo voor den geneesheer van het hoogste belang, voor zuivere lucht en zindelijkheid te waken. Bij het intreden der pyaemie dient hij door krachtige voedingsmiddelen de krachten van den lijder te onderhouden, dewijl de ondervinding geleerd heeft, dat men hoofdzakelijk daardoor somtijds genezing verkrijgt.