Polo (Marco), een vermaard Italiaansch reiziger en de eerste Europeaan, die het binnenland van Oost-Azië bezocht, werd geboren te Venetië omstreeks het jaar 1256, vergezelde in 1271 zijn vader Niccolò Polo en zijn oom Maffeo Polo, kooplieden van Venetië, op hunne tweede reis naar den Khan der Tartaren, Koeblai genaamd, die hun verzocht had, bij den Paus te bewerken, dat eenige Christelijke zendelingen naar zijn land werden afgevaardigd. De jeugdige Marco verwierf de gunst van Koeblai, en deze benoemde hem niet alleen tot eerejonker, maar belastte hem ook met zendingen naar verschillende deelen van zijn rijk, waardoor hij Marco in de gelegenheid stelde, om merkwaardige aanteekeningen te verzamelen over die gewesten en hunne bewoners. Na eene afwezigheid van 24 jaren keerden de 3 reizigers, met schatten beladen, over Trebisonde en Constantinopel naar Venetië terug, waar Marco wegens zijn rijkdom den naam van „messer Millioni” verkreeg en zich tevens de achting waardig maakte van zijne landgenooten Toen hij kort daarna als bevelhebber eener galei deel nam aan den oorlog tegen Genua en in den slag bij Cuzzola (1298) gevangen genomen werd, behandelden de Genuézen hem met zachtmoedigheid. Hij werd op vrije voeten gesteld en overleed te Venetië in 1323.
Volgens de nasporingen van Pauthier heeft hij zijn reisverhaal, waarmede het tijdperk der moderne geographie van Azië een aanvang neemt, aan zekeren Rustigiélo van Pisa gedicteerd, die het echter opschreef in het Fransch. Zeven jaren later evenwel heeft Polo een nieuw handschrift vervaardigd. Alle andere handschriften in het Latijn, Venetiaansch en Toscaansch zijn copieën of uittreksels van die beide bronnen. De eerste tekst is met een commentaar in het licht gezonden door Pauthier onder den titel: „Le livre de Marco Polo (1865, 2 dln)”, — en de eerste critische uitgave in het Italiaansch werd bezorgd door Baldelli Boni (1827, 2 dln).