Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Pasquier

betekenis & definitie

Pasquier. Onderdezen naam vermelden wij;

Etienne Pasquier, een verdienstelijk Fransch regtsgeleerde. Hij werd geboren te Parijs den 7den April 1529, vestigde er zich in 1549 als advocaat en verwierf een goeden naam door zijne „Recherches sur la France (1560)”. Nog meer werd hij bekend door zijne verdediging der universiteit tegen de aanmatiging der Jezuïeten, die zich met de leiding van het onderwijs wilden belasten. Hij werd in 1585 advokaat-generaal bij de rekenkamer en in 1586 gedeputeerde bij de Generale Staten te Blois, legde in 1603 eerstgemelde betrekking neder, wijdde zich aan de fraaije letteren en overleed den 30sten Augustus 1615. Zijne gezamenlijke werken zijn in 1723 te Amsterdam in 2 deelen uitgegeven.

Etienne Denis, hertog de Pasquier, kanselier van Frankrijk. Hij aanschouwde het levenslicht te Parijs den 22sten April 1767, studeerde in de regten, werd gedurende de Omwenteling in hechtenis genomen, maar herkreeg de vrijheid door den val van Robespierre, was in 1806 maître de requêtes bij den staatsraad, in 1810 staatsraad en kort daarna prefect van politie te Parijs. Bij de zamenzwering van Mallet (1812) achtte de Keizer hem schuldig, maar hij bewees het tegendeel. Bij den intogt der Verbondene Mogendheden in 1814 zorgde hij voor de veiligheid der hoofdstad en zag zich door Lodewijk XVIII benoemd tot directeur van bruggen en wegen. Gedurende de Honderd Dagen bleef hij ambteloos, maar na den tweeden terugkeer der Bourbons werd hij eerst groot-zegelbewaarder en minister van Binnenlandsche Zaken in het kabinetTalleyrand en na de aftreding van dit laatste voorzitter der commissie tot vereffening der schuld met de Verbondene Mogendheden. In 1816 werd hij lid der Kamer van Afgevaardigden en weldra voorzitter van dit ligchaam, in 1817 wederom groot-zegelbewaarder, en van 1819 tot 1821 minister van Buitenlandsche Zaken.

Inmiddels was hij pair geworden en had door zijn talent als redenaar een grooten invloed op de Eerste Kamer; hij ondersteunde onderscheidene willekeurige maatregelen, vooral de beperking van de vrijheid der drukpers. Daarentegen trok hij met ijver te velde tegen de renteverlaging enz., en droeg niet weinig bij tot den val van Villèle. Koning Lodewijk Philips benoemde hem in 1830 tot voorzitter van de Kamer der Pairs, in welke betrekking hij met groote kracht ijverde voor de herstelling der rust en voor de bevestiging van de dynastie Orléans. Hij werd dan ook in 1837 tot kanselier van Frankrijk en in 1844 tot hertog benoemd. Na de Februarij-omwenteling van 1848 verliet hij het staatkundig tooneel, en overleed den 5den Julij 1862. Hij was sedert 1842 lid der Académie Française en schreef: „Discours et opinions (1842 , 3 dln)”, — en „Mémoires”, welke nog niet uitgegeven zijn.

< >