Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Oscar

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij 2 Koningen van Zweden, te weten:

Oscar I Joseph Frans, geboren te Parijs den 4den Julij 1799 en de zoon van den toenmaligen generaal Bernadotte. Nadat deze benoemd was tot Koning van Zweden (1810), verkreeg Oscar den titel van hertog van Södermanland en tevens eene Zweedsch-nationale opvoeding. In 1811 werd hij luitenant-kolonel der Svea-lijfgarde en in 1818 kroonprins, groot-admiraal des Rijks, luitenant-generaal en chef der 1ste kavalleriebrigade, alsmede kanselier van de universiteiten, Upsala, Lund en Christiania. In 1819 studeerde hij aan eerstgenoemde en in 1822 deed hij eene reis door Duitschland en Italië, later ook door Rusland. In 1824 werd hij onderkoning van Noorwegen, en in 1826 grootmeester der artillerie en in 1833 generaal en chef der artillerie in het vierde district.

Hij verwierf in hooge mate de liefde des volks, en toen hij den 4den Maart 1844 den troon beklom, bragt hij onderscheidene vrijzinnige wetsontwerpen ter tafel, hoewel de door hem uitgelokte beraadslagingen over eene herziening der grondwet niet beantwoordden aan de verwachtingen. In 1852 volbragt hij eene reis door Europa, en na eene sukkeling van vele jaren overleed hij den 8sten Julij 1859. Hij schreef in 1839 eene verhandeling over de volksopvoeding en in 1841 een werk over strafzaken en gevangenissen; ook leverde hij eenige muzikale compositiën. Hij was in 1823 gehuwd met eene dochter van den hertog van Leuchtenberg en had 5 kinderen.

Oscar II Frederik, een zoon van den voorgaande en geboren den 21sten Januarij 1829. Hij ontving eene zorgvuldige opvoeding, werd in 1840 kadet bij de marine, volbragt eene langdurige reis op eene oorlogsbrik, studeerde daarna te Upsala en legde zich met ijver toe op de krijgsgeschiedenis, waarover hij in het Zweedsch Militair Genootschap te Stokholm meer dan ééne verhandeling voordroeg. Ook schreef hij: „Eenige bijdragen tot de krijgsgeschiedenis van Zweden in 1711—1713”, — alsmede: „Historische berigten omtrent de regimenten en korpsen der Zweedsche en Noorweegsche legers en vloten (1870)”, — „Karel XII (1868)”, — en het dichtwerk: „Herinneringen der Zweedsche Vloot”, terwijl hij den „Cid" van Herder en den „Tasso” van Göthe in het Zweedsch vertaalde. Nadat zijn oudere broeder Karel XV kinderloos overleden was, beklom hij den troon en werd den 11den Mei 1873 te Stokholm en den 18den Julij daaraanvolgende te Drontheim op eigen kosten gekroond. Hij deed pogingen om het leger te verbeteren, maar vond bij den Rijksdag geen gehoor voor zijn plannen. Op staatkundig gebied schaarde hij zich aan de zijde van den Driekeizersverbond en bezocht in 1876 de Keizers te Berlijn en te Petersburg. Sedert 6 Junij 1867 is hij gehuwd met prinses Sophia van Nassau, geboren den 9den Julij 1836, welke hem 4 kinderen schonk.

< >