Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Norrbotten

betekenis & definitie

Norrbotten, de noordelijkste en minst volkrijke provincie van Zweden, bestaande uit deelen van het landschap Westerbotten en Zweedsch Lapland, grenst aan Westerbotten, Noorwegen, Finland en de Bothnische Golf, en telt op nagenoeg 1932 geogr. mijl bijkans 82000 inwoners. Men verdeelt dit gewest in het lagere kustland of het eigenlijke Norrbotten en het bergachtige, aan Noorwegen grenzende Lapmarken, waar zich de Sulitelma ter hoogte van 1883 Ned. el verheft. De voornaamste rivieren zijn er de Tornea, de Ranea, de Lulea en de Pitea, en sommige van deze vormen groote meren. Langs de kust heeft men uitgestrekte wouden en wat landbouw en veeteelt, terwijl men er elders niet veel anders dan woeste gronden aantreft.

Het aantal Laplanders bedraagt er 4- of 5000, en deze leven alleen van hunne rendieren. De gemiddelde jaarlijksche warmtegraad is te Nederkalix (65°51' N.B.) + 0,82°C. en te Enontekis (68°30' N. B.) — 2,76° C. De bodem levert er zilver, koper en zeer veel ijzer, maar het ontbreekt er zoowel aan handen als aan vervoermiddelen. In 1873 had men er 9500 paarden, 40000 stuks rundvee, 62000 schapen, 2300 geiten, 1100 zwijnen en 120000 rendieren. De nijverheid bepaalt er zich vooral tot het vellen van hout, den scheepsbouw en het winnen van ijzer, terwijl velen hun onderhoud vinden in de visscherij. Handel en scheepvaart zijn er vrij levendig, — vooral in de stapelplaatsen Haparanda, Lulea en Pitea.

< >