Nilsson. Onder dezen naam vermelden wij :
Sven Nilsson, een verdienstelijk Zweedsch natuur- en oudheidkundige. Hij werd geboren den 8sten Maart 1787 niet ver van Landskrona, zag zich in 1812 benoemd tot leeraar in de natuurlijke historie en in 1819 tot intendant van het zoölogisch muséum te Lund, volbragt op staatskosten reizen naar Bohuslän en Noorwegen, om er een onderzoek in te stellen omtrent de visscherijen, belastte zich in 1828 met de directie van het zoölogisch muséum der Académie van Wetenschappen te Stokholm, keerde in 1832 als hoogleeraar in de dierkunde naar Lund terug, en woont sedert 1856 als emeritus te Stokholm. Van zijne geschriften vermelden wij : „Ornithologia suecica (1817—1121, 2 dln)”, — „Prodromus ichthyologiae scandinavieae (1832)”, — „Observationes ichthyologicae (1835)”, — „Skandinavisk fauna (1820—1853, 5 dln)”, — „Historia molluscorum Sueciae (1823)”, — „Petrificata Suecana (1827)”, — „Illuminerade Figurer till Skandinavisk Fauna (1832— 1840, 20 stukken)”, — en „Skaninaviska Nordens Urinvanare (1838—1843, 4 dln)”.
Christina Nilsson, eene beroemde Zweedsche zangeres. Zij werd geboren in 1843 te Wederslöf bij Wexiö en bespeelde op de kermissen de viool en de fluit, totdat de Iandshoofdman Tornérhjelm hare talenten opmerkte en zorg droeg, dat zij zich te Halmstad, Stokholm — en Parijs kon oefenen. Den 27sten October 1864 trad zij alhier op in het Théâtre lyrique als Violetta in Verdis „Traviata” en oogstte zoo grooten bijval, dat men haar aanstonds aan dien schouwburg verbond. Ook te Londen, Petersburg, Weenen en in Noord-Amerika werd zij ongemeen toegejuicht, doch in 1872 trad zij in het huwelijk met den Parijschen financier Rouzeaud. Zij heeft eene prachtige sopraanstem en is eerelid van de Académie te Stokholm.