Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Kuilenburg of Culemborg

betekenis & definitie

Kuilenburg of Culemborg, een stadje in Gelderland aan de Lek, waarover er vóór eenige jaren eene prachtige spoorwegbrug gelegd werd, en in een vruchtbaar oord gelegen, bezit eene Latijnsche school, een seminarium der R. Katholieken, onderscheidene inrigtingen van nijverheid en ruim 6000 inwoners. Zij was in vroegeren tijd de hoofdstad van het graafschap Kuilenburg of eigenlijk Culemborgh, waartoe ook Everdingen en Zijderveld behoorden. Oorspronkelijk was het eene heerlijkheid, behoorende tot het graafschap Teisterbant, vervolgens tot het graafschap Buren, doch na het uitsterven der heeren van Kuilenburg in het midden der 16de eeuw werd deze heerlijkheid door keizer Karel V tot een graafschap verheven ten behoeve van Floris van Pallant. Later verviel dit aan het geslacht van Waldeck en nog later door erfenis aan dat van Saksen-Hildburghausen.

In 1720 is het voor 800000 gulden aangekocht door de Staten van het kwartier Nijmegen en aan Willem IV ten geschenke gegeven; in 1795 werd het echter lands-domein. Vóór dien tijd was Kuilenburg, evenals het naburige Vianen, eene wijkplaats voor bankroetiers, De geschiedenis vermeldt eene reeks van heeren van Culemborgh, van welke wij noemen: Jan, derde heer van Culemborgh, die de St. Barbara te Kuilenburg stichtte en in 1240 overleed, — Huibert II, die het kasteel van Kuilenburg deed verrijzen en in 1274 stierf, — Jan II, zesde heer, die er in 1318 aan de poorters het eerste stadsregt schonk en in 1322 overleed, — Hubrecht IV, zevende heer, die in 1347 bij Hasselt in een gevecht tegen de Luikerwalen sneuvelde, — Johan III, achtste heer, die een slot bouwde aan de oostzijde der stad en deze versterkte, rooftogten hield in het Sticht, een trouwe bondgenoot was van Eduard van Gelder, en in 1377 overleed. — Johan IV, elfde heer, die talrijke oorlogen voerde met de naburen en in 1452 stierf, — en Jasper I, dertiende heer en tevens heer van Weerde, Borssele, Hoogstraten, St.Maartensdijk en Zuilen, een moedig krijgsman, die Karel Maximiliaan en Maria en vervolgens Philips wakker bijstond in verschillende oorlogen, waarna hij in 1504 te Gent overleed. Voorts vermelden wij: Elizabeth van Culemborgh, eenige dochter van den voorgaande. Zij werd geboren den 30sten Maart 1475 en opgevoed met Philips, de zoon van Maximiliaan en Maria, terwijl zij vervolgens als staatsjuffer bij Johanna, de gemalin van Philips, geplaatst werd.

Zij ontving wegens hare schoonheid en gaven des geestes aan het Hof eene algemeene hulde, huwde eerst met den vliesridder Johan van Luxemburg, vervolgens met Antonis van Lalaing, heer van Montigny, maar bleef kinderloos, zoodat zij hare vaste goederen aan hare naaste bloedverwanten overdroeg en hare inkomsten aan het stichten van weldadige instellingen besteedde. Na den dood van Lalaing betrok zij op gevorderden leeftijd het voorvaderlijk kasteel te Kuilenburg, waar haar biechtvader Johan van Schoonhoven haar scherpe plakaten tegen de ketterij ontlokte. Zij overleed den 9den December 1555 in den ouderdom van 82 jaren en werd te Hoogstraten begraven, waar een praalgraf hare rustplaats aanwijst. — Nog vermeldt de geschiedenis een Mélchior van Culemborgh, zoon van Gerrit Hubert, beiden in de „Sententiën” van Alva bastaarden van Culemborgh genoemd. Hij was in 1555 stadhouder der leenen van het graafschap, onderteekende het Verbond der Edelen, en stond aan het hoofd der Protestanten , die in 1556 van graaf Floris van Pallant het gebruik der Gasthuiskerk voor hunne godsdienstoefeningen eischten. Mélchior werd in 1568 door Alva gebannen, en sommigen meenen, dat hij als raad en geheimschrijver van den graaf van Egmond met dezen onthoofd is.

Kuischboom Kuischboom (Vitex agnus castus L.) is de naam van eene plant uit de familie der Verbenaceeën. De soorten van het geslacht Vitex behoren te huis in Oost-Indië en vormen er boomen en heesters met tegenoverstaande, gevingerde bladeren en in gekranste aren geplaatste bloemen. Deze laatsten hebben eene korte buis en een 2-lippigen, 5-spletigen zoom. De vrucht is eene 4-zadige bes. De kuischboom is een heester, die ruim 2 Ned. el hoog wordt.

De takken zijn eenigzins vierkant en viltig, en de gesteelde bladeren zijn zaagswijs getand, van boven donkergroen en van onder lichtgroen en viltig. De bloemen zijn paars van kleur en de vruchten zoo groot als eene erwt. Deze heester groeit ook in het kreupelhout nabij de kust der Middellandsche Zee, en de bladeren en vruchten werden voorheen als geneesmiddelen gebruikt, vooral tegen tusschenpoozende koorts, buikloop, verkoudheid, den beet van slangen enz. Wij geven hierbij de afbeelding van den stengel op 1/3de der natuurlijke grootte, in a van eene opengesnedene en uitgespreide bloem, in b van een stamper, in c van eene rijpe en in d van eene onrijpe doorgesnedene vrucht, alles op 3-voudige grootte.

Ku-klux-genootschap Ku-klux-genootschap of eigenlijk Ku-klux-klan-genootschap, volgens sommigen eene geluidnabootsing van het spannen van den haan, het afdrukken en het ontbranden van den revolver, is eene in 1867 gevormde vereeniging van voorstanders der slavernij in Noord-Amerika. Zij ontstond in eenige counties van Noord-Carolina en verbreidde zich weldra over alle Zuidelijke Staten der Unie, verwoesting en moord in haar schild voerende tegen de vrienden der vrijheid en tegen de door deze opgerigte scholen tot ontwikkeling der Negers. De leden der vereeniging hebben zich door een duren eed tot geheimhouding verpligt. De misdaden dier leden hadden reeds in 1870 de opmerkzaamheid gaande gemaakt van het Congres en er werd eene wet uitgevaardigd, om de door hen gepleegde overtredingen te straffen, doch het genootschap had reeds zulk eene uitbreiding verkregen, dat de toepassing dier wet veelal tot de onmogelijkheden behoorde. In Maart 1871 vroeg de gouverneur van Zuid-Carolina militaire hulp tot demping der wanordelijkheden van het Kuklux-genootschap, zoodat weldra eene antiku-klux-wet tot stand kwam, die aan de ambtenaren der Unie tegenover de leden van dat genootschap eene schier dictatoriale magt verleende. Daar deze wet de gemeenschappelijke vrijheid bedreigde, konden zelfs aanhangers der republikeinsche partij haar niet goedkeuren. Intusschen heeft in de laatste jaren dat genootschap weinig meer van zich doen hooren.

< >