Klippers of klipperschepen noemt men eene uit Noord-Amerika afkomstige soort van eigenaardig gebouwde, snelzeilende koopvaardijschepen. Zij zijn lang en smal, met scherpe boegen en vlug besneden, meestal van 3 masten voorzien. Zij werden het eerst te Baltimore gebouwd, en thans komen er van de werven van alle zeevarende volken.
NoordAmerika bezit eene groote vloot van deze vaartuigen. Immers men wenschte aldaar voor den handel op China snelzeilende schepen te hebben. Reeders en kooplieden loofden dientengevolge premiën uit voor zoodanige bodems, die de reis in den kortsten tijd volbragten, zoodat men allengs den vorm der schepen met dat oogmerk wijzigde. De grootste snelheid, welke men tot nu toe met klipperschepen bereikt heeft, is 41/4de geogr. mijl in het uur, doch zulk een spoed gaat dien der stoombooten te boven. Intusschen zijn de klipperschepen weinig geschikt om te lavéren, daar zij traag door den wind gaan en zwaar afvallen. — Ook is er eene schoenersoort, die den naam draagt van Baltimore clipper. Deze heeft 2 lange masten zonder staand want, behalve een stag van top tot top en eene korte boegspriet, terwijl zij enkel 2 gaffelzeilen en eene stagfok voert. In stormweêr worden de luiken geschalmd, en men laat de zee ongehinderd over het dek spoelen.