Kiachta, Kjackta of Kjakhta is de naam van eene van ouds beroemde handelsplaats in het Russische gewest Transbaikalië nabij de grenzen van China. Het ligt 60 geogr. mijl ten zuidwesten der hoofdstad Tsjita, 31/2 geogr. mijl ten oosten van de Selenka, die zich in het Meer van Baikal uitstort, in eene door hooge bergen omgevene, onvruchtbare en van boomgroei verstokene vlakte, ter hoogte van 700 Ned. el boven de oppervlakte der zee, aan de beek Kiachta en zeer digt bij de Chinésche stapelplaats Maimatsjin. Zij is onderworpen aan de naburige vesting Troizkosawsk en vormde geruimen tijd met deze en met de stad Oest-Kiachta (3 geogr. mijl vandaar) een stadshoofdmanschap met omstreks 5500 inwoners, en den alleenhandel op China. Kiachta zelf bestaat uit omstreeks 70 woonhuizen en onderscheidene groote magazijnen en telt nog geene 500 inwoners.
De grensvesting Troizkosawsk daarentegen heeft een goed voorkomen; er zijn houten huizen, groote pakhuizen en 4000 inwoners, en zij was tot 1 October 1861 de zetel van het tolkantoor, hetwelk toen verplaatst is naar Irkoetsk. Voorheen was Kiachta beroemd wegens zijne Decemberkermis, in 1727 ingesteld; daar werden Russische voortbrengselen tegen Chinésche, inzonderheid tegen thee, ingeruild. Langs dien weg kwam de tsjai-baichowy (theeboei) of karavanenthee in Europa. Daar echter door het verdrag van 14 November 1860 de handel langs de Chineesch-Russische grenzen van alle banden ontslagen is, en sedert 1861 de thee ook in de Oostzee-havens en over de westelijke grenzen van Rusland ingevoerd wordt, is de handelsdrukte te Kiachta aanmerkelijk verminderd. Bij den invoer vervult er echter nog altijd thee de hoofdrol, en bij den uitvoer laken, katoenen stoffen, pelswerk en leder. Intusschen heeft de ruilhandel er opgehouden, zoodat de gekochte waren met gouden en zilveren munt betaald worden.