Kamptulikon noemt men eene stof, bereid uit kaoetsjoek en afval van kurk en geschikt om tot vloerbekleeding te dienen. Men brengt, om die stof te verkrijgen, de kaoetsjoek onder een kneedmachine, vormt ze tot platen, bestrooit ze met kurkpoeder en laat ze tusschen verwarmde cylinders doorgaan. Hierbij wordt zij op nieuw met kurkpoeder bestrooid en men herhaalt de bewerking met de cylinders, totdat de kaoetsjoek de grootst mogelijke massa kurk heeft opgenomen. Om er behoorlijke platen van te maken, legt men ze op eene ijzeren plaat en brengt ze met deze tusschen zeer sterk drukkende cylinders.
Daarna worden de kamptulikonplaten in een koel vertrek nedergelegd, zoodat zij allengs weder veerkrachtig worden. Wil men daarmede den vloer van een vertrek bekleeden, dan worden de randen met eene oplossing van kaoetsjoek en benzine aan elkander gelijmd. Zulk eene bekleeding kan men gemakkelijk reinigen, is warm en maakt de voetstappen onhoorbaar. Zij wordt vooral in Engeland veel gebruikt.