Kämpfer (Engelbert), een vermaard reiziger, geboren den 16den September 1651 te Lemgo in het graafschap Lippe, zocht zich voor te bereiden voor de studie der geneeskunde en bezocht reeds op jeugdigen leeftijd het noorden van Duitschland, Pruissen, Polen en Zweden en ging als gezantschapssecretaris in Zweedsche dienst naar Rusland en Perzië. Hij toefde 2 jaren te Ispahan en verzamelde er bouwstoffen voor zijne beschrijving van Perzië. Vervolgens trad hij als heelmeester in dienst van de Nederlandsche Oost-Indische Compagnie en bezocht Ceilon, Coromandel en Bengalen. In 1689 keerde hij naar Batavia terug, maakte zich bekend met Java en vertrok in 1690 over Siam naar Japan.
Hier bezocht hij tot tweemaal toe de hoofdstad Jedo en kwam in 1692 weder te Batavia. Nu keerde hij terug naar Europa, werd in zijne geboorteplaats lijfarts van den graaf van der Lippe en overleed aldaar den 2den November 1716. Gebruik makende van bouwstoffen, hem door onzen landgenoot Johannes Camphuys (zie aldaar) verschaft, leverde hij eene merkwaardige beschrijving van Japan, die naar het Hoogduitsch handschrift in het Engelsch werd vertaald onder den titel: „The history of Japan, with an account of the ancient and present state of government of that empire etc. (1727), 2 dln folio)’’, welk boek later in het Fransch en Nederlandsch vertaald en eerst in 1777 in het Hoogduitsch uitgegeven is. Ook schreef hij: „Amoenitatum exoticarum politico-physico-medicarum, quibus continentur variae relationes etc. rerum Persicarum et ulterioris Asiae fasciculi V (1712)”, — en „Icones selectae plantarum, quas in Japonia collegit et delineavit E. Kämpfer (1791)”.
