Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Hultman

betekenis & definitie

Hultman (Carel Gerard), een verdienstelijk Nederlandsch regtsgeleerde, geboren te Zutphen den 10den Julij 1752, studeerde te Leiden en werd aldaar in 1772 bevorderd tot doctor in de regten op een: „Specimen politico-historicum de principe tyranno, sive de justitia edicti ordinum Foederati Belgii, Philippum II, Hispaniae regem, imperio summoventium”. Nadat hij eenige jaren in zijne geboortestad was werkzaam geweest als advocaat-fiscaal van Financiën enz., werd hij in 1779 tweede en daarna eerste griffier bij het Provinciaal Hof van Gelderland te Arnhem, bekleedde die betrekking tot 1796, was er tevens voorzitter van meer dan één geleerd genootschap, zag zich bij den aanvang der omwenteling benoemd tot lid van de Nationale Vergadering, doch behoorde ook tot hen, die den 22sten Januarij 1798 in hechtenis genomen en op het Huis in ’t Bosch opgesloten werden. Na verloop van een half jaar evenwel ontving hij eene benoeming tot secretarisgeneraal van het Uitvoerend Bewind, en in 1808 kwam hij in dezelfde betrekking bij het Bestuur der Bataafsche Republiek. Ten tijde van koning Lodewijk werd hij directeur van schoone kunsten en wetenschappen en staatsraad in buitengewone, vervolgens in gewone dienst, en landdrost van Maasland, — onder Napoleon prefect van Vaucluse en later van het departement van de Boven-IJssel, — en eindelijk onder koning Willem I gouverneur van Noord Brabant.

Deze betrekking bekleedde hij tot aan zijn dood op den 6den Maart 1820. Reeds te Arnhem had hij onderscheidene belangrijke redevoeringen uitgesproken; — voorts hield . hij zich bezig met eene critische beoefening der bibliographie, en schreef: „Bibliographische zeldzaamheden (1818)”, — alsmede: „Geschied- en staatkundig onderzoek over den tijd, wanneer Philips II ophield heer der Vereenigde Nederlanden te zijn (1781)”. Koning Lodewijk benoemde hem tot ridder der orde van de Unie, — Napoleon tot rijksbaron en ridder der orde van de Réunie, — en Willem I tot buitengewoon staatsraad en ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw. Eindelijk was hij lid van de vooornaamste geleerde genootschappen in ons Vaderland. — Zijn zoon was vele jaren president van het Hooggeregtshof van Neêrlandsch Indië, en zijn kleinzoon is thans nog lid van dat Hof.

< >