Hroszwitha of Roszmitha, eene geschiedschrijfster en dichteres uit de 10de eeuw en de telg van een adellijken Saksischen stam, werd geboren omstreeks het jaar 920, nam den sluijer in het klooster der Benedictijner nonnen te Gandersheim, en overleed aldaar in 968. Zij schreef op verzoek van keizer Otto II een gedicht, getiteld „Panegyris in Odonem”, waarin zij de daden van Otto 1 verheerlijkte. Hoewel zij door de abdis, eene nicht van den bezongene, zeer goed over alle omstandigheden was ingelicht, is haar gedicht ver van onpartijdig. Ook vervaardigde zij onderscheidene elegiën en 6 tooneelspelen, bestemd om bij het lezend publiek die van Terentius te vervangen.
Van deze Latijnsche tooneelspelen wordt getuigd, dat daarin de stijl van Terentius op eene zeer gelukkige wijze is nagevolgd. Hare werken zijn bij herhaling uitgegeven, het laatst door Barack (1858), en de tooneelstukken afzonderlijk in hetzelfde jaar door Bendixen. Over haar handelt Dorer in zijn boek: „Roszwitha, die Nonne von Gandersheim (1857)”.
