Hochberg, eene lijn van het Badensche Huis, ontleenen hun naam aan het kasteel Hochberg, omstreeks een geogr. mijl ten noorden van Freiburg in de Breisgau gelegen, naar men meent in den tijd van Karel de Groote gebouwd, in 1689 door de Franschen verwoest, maar ook thans nog een merkwaardige bouwval. De stichter dier lijn was Hendrik I (1190), de jongere zoon van Herman III, markgraaf van Baden. Na den dood van Hendrik III (1300) verdeelde zich die lijn in 2 andere, namelijk Hochberg-Hochberg en Hochberg-Sausenberg. De eerste, gesticht door Hendrik IV, werd allengs zwakker door nieuwe verdeeling des lands en verdween in 1418 met Otto III, waarna hare bezittingen ten deel vielen aan de markgraven van Baden, — de tweede, gesticht door Rudolf III, vermeerderde hare bezittingen, doch stierf uit in de mannelijke lijn met markgraaf Philipp (1503).
Zijne eenige dochter Johanna, die na den dood van haren vader in 1504 met graaf Louis de Longueville in het huwelijk trad en in 1543 overleed, verkreeg het graafschap Neufchâtel, terwijl de overige landen in het bezit kwamen der markgraven van Baden. — De naam werd vernieuwd, toen de markgraaf, later groot-hertog van Baden, Karl Friedrich, na den dood zijner eerste gemalin een morganatisch huwelijk sloot met Iuise Karolina Geyer von Geyersberg (geboren in 1768, overleden in 1820) en haar door den Keizer tot gravin von Hochberg liet benoemen. Hare zonen werden in 1817 markgraven van Baden en groothertogelijke prinsen. Deze lijn kwam in 1830 met groothertog Leopold aan de regéring.
