Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Hippólytus

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij:

Hippólytus, den zoon van Theseus, zie Phaedra.

Hippólytus, een vermaard kerkvader uit het einde der 2de en den aanvang der 3de eeuw. Hij was afkomstig uit Klein-Azië en een leerling en volgeling van den beroemden Irenaeus. Omstreeks het jaar 190 vertrok hij naar Rome en nam er deel aan de twisten over de godheid van Christus en over de beginselen der kerkelijke tucht. Na den dood van Zephyrinus (200) werd hij door een gedeelte van het presbyterium, hetwelk de later regtzinnige, maar toen als tweegodendom verworpene leer van den goddelijken logos omhelsde, als tegenpaus van Calixtus I gekozen. De verdeeldheid duurde voort gedurende het leven van Calixtus en eindigde eerst in 235, toen Hippólytus en zijn toenmalige tegenstander Pontianus naar de Sardinische mijnen werden gedeporteerd, waar Hippólytus kort daarna in hoogen ouderdom overleed. Als een geleerd kenner van de wijsgeerige stelsels van zijn tijd en als een schrander verdediger der logosleer bekleedt hij onder de oudste Kerkvaders eene merkwaardige plaats. Hij heeft verbazend veel geschreven, zooals blijkt uit het opschrift van het voetstuk van een ter zijner eere opgerigt standbeeld. Ook Eusebius en Hiërónymus deelen lijsten van zijne werken mede, welke echter niet in allen deele met die van dat voetstuk overeenkomen.

De echtheid van sommige aan hem toegekende werken is twijfelachtig, — van andere zijn slechts fragmenten bewaard gebleven. Omtrent zijne lotgevallen zijn wij eerst in den jongsten tijd iets meer te weten gekomen, sedert de „Wederlegging van alle ketterijen”, waarvan vroeger slechts het eerste boek onder den naam van „Philosophoumena van Origenes” bekend was, in haar geheel teruggevonden werd en een geschrift van Hippólytus bleek te wezen. In het 9de boek daarvan vindt men den strijd der partijen te Rome sedert den tijd van Zephyrinus uitvoerig beschreven. Van een klein geschrift „Tegen 32 ketterijen”, door hem waarschijnlijk in Klein-Azië opgesteld, is het slot onder den titel van „Homilie tegen Noëtus” aan de vernietiging ontkomen. Van zijne overige werken noemen wij dat „Over den Antichrist”, benevens fragmenten van uitlegkundige proeven. Ook houdt men hem voor den vervaardiger van eene oude kroniek der wereldgeschiedenis.

< >