Hippias, een sophist uit Elis, die omstreeks het jaar 400 vóór Chr. leefde, was een tijdgenoot van Protágoras, en heeft zich vooral onderscheiden door zijne verregaande ijdelheid en verwaandheid. Hij beroemde er zich op, dat hij alles wist, en verklaarde zich bereid om antwoord te geven op alle vragen. Ja, hij zeide, dat hij alles wat hij droeg — zijn geheele gewaad — zelf vervaardigd had.
Hij wordt daarover doorgehaald door Plato in 2 zamenspraken, die zijn naam dragen. Eéne dier zamenspraken houdt men evenwel voor onecht.