Hegnenberg-Dux (Friedrich Adam Justus, graaf von), van 1871 tot 1872 eerste minister in Beijeren, werd geboren den 2den September 1810 en behoorde tot een oud-adellijk geslacht.
Nadat hij eerst in de geneeskunde gestudeerd had, legde hij zich toe op den landbouw, werd in 1837 kamerheer van den Koning van Beijeren en nam ijverig deel aan de politiek, hoewel hij de hoogste staatsbetrekkingen van de hand wees. In 1845 werd hij lid der Tweede Kamer, waar hij voor de vrijzinnige beginselen streed. Wegens schrander oordeel en ongemeenen tact bekleedde hij van 1848 tot 1863 den post van voorzitter van de Kamer van Afgevaardigden en had als zoodanig grooten invloed op de politieke ontwikkeling van zijn vaderland. Voorts was hij lid van de Nationale Vergadering te Frankfort, waar hij tot de Groot-Duitsche partij behoorde.
Na 1850 nam hij de constitutionéle denkbeelden in bescherming tegen de toenemende reactie, doch in 1863 legde hij om redenen van gezondheid het mandaat van afgevaardigde neder, om daarna een stil leven te leiden. Hoewel hij de gebeurtenissen van 1866 niet billijkte, ontried hij in 1870 alle vijandigheid tegen het nieuwe Duitsche rijk, terwijl hij de onafhankelijkheid der Beijersche kroon zoo veel mogelijk zocht te handhaven. Op bepaald verlangen van koning Lodewijk II aanvaardde hij in 1871 het ministérie van het Koninklijk Huis, dat van Buitenlandsche Zaken en het voorzitterschap in den ministerraad, in de hoop, dat hij de verschillende partijen tot verzoening zou brengen. Dit gelukte hem eenigermate, hoewel hij door de Ultramontanen ver van gunstig ontvangen werd. Met ijver was hij werkzaam aan het volvoeren zijner belangrijke taak, totdat de dood hem wegrukte op den 2den Junij 1872.