Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Hauszmann

betekenis & definitie

Hauszmann (Georges Eugène, baron), voormalig prefect van het departement der Seine, senator van Frankrijk en lid van het Instituut, een zoon van Nicolas Valentin Hauszmann, oorlogscommissaris en onder-intendant tijdens het eerste Keizerrijk, later redacteur van den „Temps” en schrijver van landbouwkundige werken, werd geboren te Parijs den 27sten Maart 1809, bezocht eerst het Conservatoire om zich op de muziek toe te leggen, maar werd later advocaat. Na de omwenteling van 1830 bekleedde hij achtervolgens de betrekking van onder-prefect in verschillende departementen, doch zag zich door de Februarij-revolutie daarvan beroofd. Eerst onder het voorzitterschap van Napoleon werd hij aangesteld tot prefect, aanvankelijk in een 3-tal andere departementen, en eindelijk in 1853 in dat der Seine. Hier heeft hij door de herschepping der stad Parijs eene Europésche vermaarheid verworven.

Wegens de toenemende inkomsten der stad en wegens het onbeperkte crediet, waarover hij beschikken kon, gelukte het hem, het grootsche plan ten uitvoer te brengen, om de overbevolkte wijken door den aanleg van breede straten luchtiger te maken, omliggende, afgezonderde gedeelten door fraaije gebouwen met het middelpunt te verbinden en op deze wijze de sluwe staatkunde des Keizers te bevorderen. Immers al mag men niet ontkennen, dat hij daardoor de regelmatigheid en schoonheid der stad verhoogd, alsmede de gezondheid der inwoners verbeterd heeft, het is evenzeer eene onbetwistbare waarheid, dat de ontzettende sommen, daaraan besteed, niet in evenredigheid zijn met de daardoor verkregene uitkomsten, daar hij eigenlijk tot oplossing der vraag naar woningen in groote steden niets heeft gedaan. Van de door hem uitgevoerde werken noemen wij de herschepping van het Bois de Boulogne in een fraai Engelsch park, de verlenging van de Rue Rivoli, en den aanleg van onderscheidene boulevards, — voorts het stichten van grootsche kazernen, van een gebouw voor de policie, het bouwen van uitmuntende riolen, het aanvoeren van goed drinkwater, het verbouwen van het Hôtel-Dieu, en de voltooijing van het Louvre. Al die gebouwen, waaraan groote leeningen waren besteed, vereischten in 1865 en 1869 nog 2 andere, eene van 250 en eene van 260 millioen francs. Het geldelijk beheer van Hauszmann werd in de Kamer meermalen aangevallen door Thiers, Garnier-Pagès, Picard en anderen, doch Jules Ferry bragt hem den doodsteek toe door hem in zijne brochure „Comptes fantastiques d’Hauszmann” op goede gronden van de schandelijkste verkwisting te overtuigen.

Zijne laatstvermelde leening kon hij in 1869 nog sluiten, doch toen Ollivier in 1870 aan het hoofd der zaken kwam, zag Hauszmann zich genoodzaakt, zijne betrekking neder te leggen. Reeds veel vroeger had Napoleon III hem tot baron verheven, en in 1862 ontving hij het grootkruis van het Legioen van Eer. In 1857 werd hij lid van den Senaat en in 1867 van de Académie van Schoone Kunsten. Onder zijn toezigt is eene hoogst merkwaardige „Histoire générale de Paris (1866)” in het licht gegeven.

< >