Haussa of Haoessa is de naam eener uitgestrekte landstreek in het binnenland van Noord-Afrika (Soedan), tusschen 12 en 13° N.B., en 23 en 29° O.L. van Greenwich. Zij grenst ten westen aan de Niger en ten oosten aan Bornoe, en is meerendeels vlak, zoodat zij in den regentijd door de talrijke rivieren bijna geheel overstroomd wordt. In het binnenland forscht zij eene granietketen, ten zuiden van de steden Kasjoea en Kano gelegen, terwijl zich in het zuidwestelijk gedeelte het breede Batako-gebergte verheft. De belangrijkste rivieren, behalve de Niger, zijn er de Zirmin, Zoerrin, Quarama en Yeooe.
De grond is er in het algemeen zeer vruchtbaar en goed bebouwd, het Iandschap bevallig, doch het klimaat wegens de talrijke moerassen hoogst ongezond. Nagenoeg de geheele bevolking belijdt er de Mohammedaansche godsdienst en bestaat uit de oorspronkelijk, zwarte Haoessaners, die van ouds onafhakelijken Staten vormen of vóór korten tijd het juk der Fellata’s hebben afgeworpen of ook nog aan deze onderworpen zijn, en uit Fellata’s. Deze laatsten bemoeijen zich hoofdzakelijk met de veeteelt, terwijl eerstgenoemden zich met landbouw, nijverheid en handel bezig houden. De belangrijkste handelsartikelen zijn door hen zelven vervaardigde katoenen stoffen, runderhuiden, gekleurd geitenleder en vooral goeroenoten. De handel naar het noorden geschiedt door tusschenkomst der Toearegs.
De taal onderscheidt er zich door welluidendheid. Eene spraakkunst en een woordenboek zijn in het licht gegeven door Schön. Tot de merkwaardigste steden des lands behoren Soeotoe, Quarra en Kano, door Fellata's bewoond, en van de onafhankelijke gewesten noemen wij Womba (met de hoofdstad Kotonkara), Kasjoea en Goeari. Inzonderheid de beroemde Afrikareiziger Barth heeft veel licht over deze landstreek verspreid.