Guatimozin, eigenlijk Quauhtemoizin, laatste koning van Mexico, neef en schoonzoon van Montezua, werd na den dood van Cuitlahuetzi door de Spanjaarden op den troon geplaatst, maar vervulde hen weldra met de vrees, dat hij zich op de onderdrukkers van zijn volk zou wreken. De jeugdige monarch, die zich reeds door dapperheid onderscheiden had, wijdde zich met ijver aan de regeringszaken en verwierf door zijn wijs bestuur de achting zijner onderdanen. Weldra echter in zijne hoofdstad door de Spanjaarden belegerd en in eene enkele wijk met een klein aantal getrouwen teruggedrongen, knoopte hij onderhandelingen aan, terwijl hij alles in gereedheid bragt voor zijne vlugt.
Bij zijn togt over het meer werd hij aangehouden en moest zich overgeven met zijn geheele gevolg. Cortez liet hem op de pijnbank leggen, opdat hij bekennen zou, waar de schatten des rijks verborgen waren, doch te vergeefs. Onder voorwendsel, dat de gevangene medepligtig was aan eene zamenzwering tegen de Spanjaarden, deed Cortez hem in 1552 met de voeten aan een boom ophangen.