Greenock, eene belangrijke zeestad in Schotland en tevens een station voor oorlogschepen, ligt in het graafschap Renfrew, een uur gaans beneden Port-Glasgow, aan de Clyde en aan den spoorweg, heeft een goed voorkomen en telt ongeveer 60000 inwoners. Zij bezit eene goede haven, uitmuntende oks, — voorts vele scheepstimmerwerven, aanzienlijke gebouwen en fraaije villa’s. In 1838 is er een marnieren standbeeld verrezen ter eere van James Watt, den uitvinder van het stoomwerktuig. Men vindt er 26 kerken en kapellen, eene Latijnsche school, eene stads-bibliotheek en eene vereeniging van handwerkslieden.
Men heeft er op het naburig gebergte een meer gevormd, dat zijne wateren naar Greenock zendt, om er in verschillende fabrieken tot beweegkracht te dienen. Er zijn namelijk vele suikerraffinaderijen, ijzergieterijen, machinenfabrieken, spinnerijen enz. Belangrijk zijn er ook de haringvisscherij, de scheepvaart en de handel. — Tegenover de stad ligt de badplaats Helensburgh met omstreeks 5000 inwoners.
