Godoenow is de naam van een aanzienlijk Russisch geslacht van Tartaarschen oorsprong. Onder zijne leden is vooral Boris Feodorowitsj Godoenow beroemd. Deze, geboren in 1552, verkeerde in zijne jeugd aan het Hof van Iwan de Wreede, en werd door dezen benoemd in den raad of het regentschap, ingesteld ten behoeve van zijn zoon Feodor, die aan zwakheid van geestvermogens leed. Gedurende de regéring van laatstgenoemde was Godoenom, wiens zuster Irina zich met den Czaar in het huwelijk verbonden had, de opperbestuurder des rijks.
Door zijne groote talenten als staatsman, vooral door zijne geslepenheid, wist hij de magt van Rusland aanmerkelijk te vermeerderen. Hij bragt geheel Siberië tot onderwerping, poogde het rijk door muren en wallen te beveiligen tegen de Tartaren, welke in dien tijd bij Moskou eene geweldige nederlaag leden, en sloot zich zooveel mogelijk aan bij de beschaafde rijken van Europa. Nadat Feodor gestorven was zonder kinderen na te laten, beklom Godoenow na lange weigering, op aandrang der Bojaren en der inwoners van Moskou, den Russischen troon (21 Februarij 1598). Bij voortduring ijverde hij voor de welvaart van Rusland, opende voor koopvaardijschepen de havens des rijks en koesterde zelfs het plan, om te Moskou eene universiteit te stichten. Maar zijne gestrenge maatregelen tegen afzetterij, vele nieuwigheden en vooral eenige beperking van de vrijheid der boeren, in verband met zijne begunstiging van vreemdelingen, — dat alles wekte zooveel wrevel, dat de eerste valsche Demetrius weldra eene menigte aanhangers verkreeg. Deze deed in 1604 een inval in Rusland en was reeds meester van een groot gedeelte van Zuid-Rusland, toen Godoenow den 13den April 1605 plotselijk overleed. De Russische dichter Poesjkin heeft aan zijne lotgevallen de stof ontleend voor een drama. — Zijn zoon Feodor Godoenow, geboren in 1589, werd na den dood zijns vaders tot Czaar gekroond, maar moest reeds na 2 maanden wegens het verraad van zijn veldheer Basmanow het onderspit delven voor den valschen Demetrius, en werd den 10den Junij 1605 omgebragt.
