Fry (Elizabeth), eene edele Engelsche vrouw, bekend wegens hare ijverige pogingen, om het lot der gevangenen te verbeteren, werd geboren den 21sten Mei 1780 op Cartham-Hall in het graafschap Norfolk. Zij was de dochter van den kwaker John Gurney en stichtte reeds vroeg eene school voor ouderlooze meisjes, welke inrigting zij na haar huwelijk met Fry, koopman te Londen, aanmerkelijk uitbreidde. Later opende zij te Londen eene school voor kinderen van gevangenen in Newgate, en in 1819 bragt zij eene vereeniging tot stand van 12 vrouwen en eene bestuurderes, die te zamen zorgden voor de oprigting en instandhouding eener leer- en nijverheidsschool voor veroordeelden.
Nog meer maakte zij zich bekend door hare rustelooze pogingen tot verbetering van het lot der gevangenen in Amerika, Duitschland, de Nederlanden en Frankrijk, welke landen zij tot dat einde bezocht. Terwijl velen haar met den naam van „Engel der kerkerholen” bestempelden, werd zij door anderen hard gevallen om hare leerstellige regtzinnigheid op het stuk van godsdienst, daar zij hare gevoelens door middel van tractaatjes enz. zooveel mogelijk zocht mede te deelen en voort te planten. Zij overleed te Ramsgate den 12den October 1845.
