Fraikin (C. M.), een uitstekend Belgisch beeldhouwer, geboren te Herenthals in 1818, bezocht reeds op zijn 13de jaar de schilder-académie te Brussel, doch bepaalde zich na den dood zijns vaders bij de geneeskunde en vestigde zich als arts in de nabijheid van zijne geboortestad. Intusschen wijdde hij zijne vrije uren aan de kunst. Uit een gegoten blok gips bijvoorbeeld vervaardigde hij met mes en vijl zijn eigen levensgroot borstbeeld.
Later bezocht hij op nieuw de académie te Brussel, en ging er wonen, nadat hij door zijn standbeeld van „Venus met de duif” grooten roem verworven had. Hij vervaardigde er onder anderen elf standbeelden tot versiering van het stadhuis en een „Gevangen Amor” voor het muséum. In 1846 en 1847 vertoefde hij in Italië, en na zijn terugkeer voltooide hij zijne „Psyché, Amor te hulp roepend”, waarna hij met de Leopoldsorde versierd werd, nadat hij reeds vroeger tot lid der Académie was benoemd. Een zijner schoonste kunstgewrochten is het praalgraf voor de overledene Koningin van België, waarvan de vervaardiging hem was opgedragen door de stad Oostende.