Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Fontanes

betekenis & definitie

Fontanes (Louis, markies de), een Fransch dichter en staatsman, geboren te Niort den 6den Maart 1757 en afstammende van eene oude Protestantsche familie in Languedoc, begaf zich na het voleindigen zijner studiën naar Parijs, waar hij door zijne gedichten „Le cri de mon coeur (1778)” en „Le verger (1788 en 1723)”, alsmede door eene vertaling van Pope's „Essay on man” en door „Le jour des morts dans une campagne” naar Gray algemeen opzien baarde. Bij het uitbarsten der Revolutie was hij mede-arbeider aan onderscheidene dagbladen, bijvoorbeeld aan den „Mercure Français” en den „Modérateur”. Tot zijne fraaiste stukken van dien tijd rekent men een adres ten gunste der stad Lyon, overgereikt aan de Nationale Conventie op den 20sten December 1793, alsmede eene lofrede op Washington. Na den 9den Thermidor (1794) werd hij hoogleeraar aan de Centraal-school en in 1795 lid van het Instituut.

Na den 18den Fructidor in den ban gedaan, nam hij de vlugt naar Hamburg, en vervolgens naar Londen, waar hij in Chateaubriand een belangstellenden vriend vond. Na den 18den Brumaire keerde hij naar zijn vaderland terug en werd er eerst lid en in 1804 voorzitter van het "Wetgevend Ligchaam. Tevens schreef hij weder in verschillende dagbladen, werd op nieuw opgenomen in het Instituut en zag zich benoemd tot grootmeester der Universiteit. Hij heeft echter wegens de tallooze hindernissen, waarmede hij te kampen had, weinig voor het volksonderwijs kunnen doen. Daarentegen wekte hij de algemeene bewondering door de vaardigheid, waarmede hij op eene welsprekende wijze den Keizer wist te prijzen zonder tot laffe vleijerij te vervallen. Schitterend is in dit opzigt de rede, door hem als voorzitter van het "Wetgevend Ligchaam bij de krooning van Napoleon gehouden. De Republikeinsche partij kon hem echter nooit vergeven, dat hij de burgers van Frankrijk reeds onder het consulaat met den naam van onderdanen (sujets) bestempeld had.

In 1810 werd hij lid van den Senaat, waar hij wederom gelegenheid had, zijne gaven als redenaar ten toon te spreiden. Ook bij de Restauratie behield hij zijne waardigheden, ja, Lodewijk XVIII benoemde hem tot pair, tot markies en later tot vice-president der Académie. Hij werd voorts president van de „Société des bonnes lettres”, die zich ten doel stelde, de verspreiding van vrijzinnige denkbeelden tegen te werken. Hij overleed den 17den Maart 1821. Zijn gedicht : „La Grèce sauvée” bleef onvoltooid. Doch zijne gezamenlijke werken zijn in 1837 in 2 deelen door Sainte-Beuve uitgegeven.

< >