Folliot de Crenneville (Franz, graaf), een Oostenrijksch luitenant-veldmaarschalk en eerste adjudant-generaal van den Keizer en van het leger, de telg van een oud-adellijk geslacht, werd geboren te Oedenburg den 22sten Maart 1815, ontving zijne opleiding aan eene militaire school en later aan het instituut voor Marine te Venetië. Reeds in 1831 werd hij onderofficier bij het corps Keizerlijke jagers, en in 1837 was hij kapitein. In 1841 werd hij tevens dienstdoend kamerheer bij keizer Ferdinand, terwijl hij opklom tot kolonel.
In 1848, van de kamerheerbetrekking ontheven, werd hij kommandant van een bataljon grenadiers, waarmede hij in 1849 den veldtogt tegen Piémont bijwoonde. In 1850 tot generaal-majoor bevorderd, ging hij in 1855, belast met eene diplomatische zending, naar Parijs, en nam vervolgens het opperbevel op zich over de Oostenrijksche troepen in Parma. In 1857 werd hij luitenant-veldmaarschalk, en streed in 1859 tegen de Piémontézen en Franschen.