Faria y Sousa. Onder dezen naam vermelden wij:
Manoël Faria y Sousa, een geschiedschrijver en leerdichter. Hij werd geboren den 18den Maart 1590 te Souto in Portugal uit een oud geslacht, bezocht reeds vroeg de universiteit te Braga, waar hij zulke uitstekende vorderingen maakte in de taal- en letterkunde, dat de bisschop van Oporto den 14-jarigen jongeling aan zijne dienst verbond en voor zijne verdere ontwikkeling zorgde. Liefde tot eene bevallige maagd ontvonkte het dichtvuur in zijn hart; hij bezong haar onder den naam van Albania en huwde met haar in 1613. Hij begaf zich voorts naar Madrid, doch daar zich hier geene gelegenheid aanbood, om vooruit te komen, keerde hij naar Portugal terug. in 1691 bezocht hij Rome en wekte door zijne uitgebreide kennis de verwondering van paus Urbanus VIII en van vele geleerden. Daarna vestigde hij zich te Madrid, waar hij zich wijdde aan de beoefening der wetenschappen en den 3den Junij 1649 overleed.
Van zijne werken, in de Spaansche taal opgesteld, vermelden wij: „Discursos morales y politicos (1623—1626, 2 dln)”, —„Commentarios sobre la Lusiada (1638, 2 dln)”, — „Epitome de las historias Portuguesas (1628 en 1739)”, — „Asia Portuguesa (1666—1675, 3 dln)”, — „Europa Portuguesa (1678—1680, 2de uitgave)”, — en „Africa Portuguesa (1681)”. Van zijne gedichten, getiteld „Fuente de Aganipe, rimas varias” zijn 4 deelen in het licht verschenen (1644—1646). Ook deze zijn meerendeels in het Spaansch geschreven, hoewel zich daarbij 200 sonnetten en 12 andere stukjes in het Portugeesch bevinden. Door deze, die van groote dichterlijke gaven getuigen, en door een drietal verhandelingen over de dichtkunst had hij grooten invloed op de Portugésche poëzie.
Manoël Severius de Faria y Sousa, een Portugeesch geschied- en oudheidkundige. Hij werd geboren te Lissabon in 1580, zag zich bevorderd tot doctor in de godgeleerdheid, en bekleedde de betrekking van cantor en canonicus te Evora, alwaar hij den 16den December 1655 overleed. Hij schreef: „Varios discursos politicos”, die eigenlijk het 3de deel vormen van zijn „Noticias de Portugal (1614, 3de uitgave 1791)”. Hierin vindt men eene merkwaardige levensbeschrijving van Camoëns. Ook was hij een der schranderste penningkundigen van zijn tijd.