Eucalyptus Hérit. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Myrtaceën; het onderscheidt zich door eene tolvormige kelkbuis met tot een afvallend deksel vergroeide slippen, een met den kelk vergroeide bloemkroon, en vrije, in de kelkbuis ingeplante meeldraden.
Het vruchtbeginsel is vrij, 4-hokkig, met vele eitjes, de stijl rolrond, de stempel stomp. De 3- of 4-hokkige, veelzadige, aan het einde zich openende zaaddoos is in de kelkbuis besloten. Het omvat boomen en heesters met afwisselende, soms tegenovergestelde, meestal evenwijdig generfde bladeren; de bloemen zijn doorgaans tot schermen vereenigd en verheffen zich op korte, okselstandige of zijdelingsche bloemstelen, en de stammen bevatten veel hars, die door de schors naar buiten dringt. De meeste soorten groeijen in Nieuw-Holland, en slechts 3 op de Molukken en op Timor. De E. resinifera Sm. levert eene soort van kinagom, en E. mannifera Mad. scheidt uit zijne bladeren eene zoete zelfstandigheid af, die veel overeenkomst heeft met manna en minder onaangenaam van smaak is. Andere soorten bevatten veel looistof. E. robusta Sm. is een der grootste boomen van Nieuw-Holland; hij bereikt eene hoogte van 60 Ned. el, en zijn stam van hard, rood hout, dat even als mahoniehout kan gebruikt worden, heeft wel eens een omvang van 12 Ned. el. In nieuweren tijd zijn de bladeren van E. globulus Labill. als koortswerend middel in gebruik genomen.